GENEES-KUNST
Tronies in de kunst
dr. Fons Henckens
Van 20 oktober 2023 tot 21 januari 2024 loopt de tentoonstelling Krasse Koppen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Die krasse koppen worden in de kunstgeschiedenis vaak omschreven als tronies. Een interessant genre, met een duidelijke verwijzing naar de geneeskunde.

Leonardo da Vinci
Fysionomie en frenologie
Tronies zijn verbonden aan de fysionomie. Dat was een serieuze medische wetenschap in de oudheid en de middeleeuwen. De leer stelde dat je de persoonlijkheid van een mens kan aflezen van zijn uiterlijk.
In de 19e eeuw introduceerde Cesare Lombroso dan weer een forensische tak in de frenologie die beweerde dat aangeboren aanleg voor crimineel gedrag gepaard gaat met de ontwikkeling van bepaalde gelaatskenmerken. Mogelijke criminelen zouden dan op basis van die kenmerken herkend kunnen worden. De Duitser Carl Huter ontwikkelde vanuit de frenologie en de fysionomie zelfs een eigen psychologisch systeem, dat hij kallisofie noemde.
Opkomst van portretten
In de 15e eeuw waren portretten voorbehouden aan koningen en machthebbers, maar in de Gouden Eeuw begonnen ook rijke burgers portretten te bestellen. Kunstenaars als Rembrandt van Rijn, Frans Hals en Michiel van Mierevelt specialiseerden zich in de portretschilderkunst. Naast de levensechte portretten maakten sommige kunstschilders ook portretten van herkenbare types. Het ging daarbij niet om de waarheidsgetrouwe afbeelding van een persoon, maar om de typering van een karakter. Die karakterkoppen werden tronies genoemd.
Hoewel tronies beroemd werden dankzij Nederlandse kunstenaars, was het genre geen Nederlandse uitvinding. Al rond 1500 maakte Leonardo da Vinci tekeningen met uitvergrote karaktertrekken. Da Vinci observeerde boeren en bedelaars en maakte rake schetsen, die hij later in zijn atelier uitwerkte om te gebruiken in schilderijen.

Pieter Bruegel (Portret van een Oude Vrouw)
Nederlandse tronies
De eerste Nederlandse karakterkoppen werden gedrukt door Joannes en Lucas van Doetecum in 1564. Deze serie van 72 hoofden van boeren en boerinnen werd mogelijk ontworpen door Pieter Bruegel. Waarschijnlijk volgde hij dezelfde werkwijze als da Vinci en schilderde hij mensen uit zijn directe omgeving. Naast boeren tekende hij ook 3 Moren en een wildeman. In 16e-eeuws Vlaanderen moeten zij een zeldzaamheid geweest zijn.
Alle grote Nederlandse kunstenaars schilderden tronies. Zo is van Adriaen Brouwer en Jan Steen geweten dat ze soldaten en boeren observeerden en dat ze tekenden in tavernes en cafés. Johannes Vermeer schilderde een tronie van een Oosters meisje. Het werd misschien wel zijn beroemdste werk: Meisje met de Parel. Rembrandt schilderde tronies van Oosterse mannen. Hij gebruikte vaak zichzelf als voorbeeld en deed bijzondere kleren aan om exotische karakters neer te zetten.
De beroemdste tronies van Nederland komen van het penseel van Frans Hals. In het Louvre hangen zijn schilderijen van een blozend zigeunermeisje en lachende luitspeler. Het zijn portretten uit het café, die extra levendig zijn dankzij Hals’ vlotte schilderstijl. Hij was zelf trouwens ook een ‘vrolijke drinker’, die graag proostte op een gezellige avond, net zoals zijn schilderij in het Rijksmuseum.

Frans Hals (Malle Babbe)

Frans Hals (De Vrolijke Drinker)

Rembrandt van Rijn (De Brillenverkoper)
De Vrolijke Drinker kan ook gezien worden als een allegorie op de smaak. Tronies werden namelijk veel gebruikt om de 5 zintuigen uit te beelden. Vaak maakten kunstenaars dan een serie van 5 schilderijen, waarop zicht, gehoor, tast, smaak en reuk te zien waren. Rembrandt maakte zo’n serie aan het begin van zijn carrière. Het schilderij over smaak is helaas verloren gegaan, maar het werk over zicht (De Brillenverkoper) kan je wel nog bewonderen, in de Lakenhal in Leiden.
Adriaen Brouwer maakte meerdere series over de zintuigen. Daarin spelen cafétaferelen telkens de hoofdrol.
Strikt genomen zijn niet al deze series tronies, aangezien er vaak meerdere mensen afgebeeld worden. Toch passen de schilderijen allemaal binnen dezelfde stijl. Portret- en genreschilderkunst blijken dus dicht bij elkaar te liggen. Veel kunstenaars in de Gouden Eeuw, zoals Rembrandt en Hals, waren dan ook actief op beide fronten: ze maakten portretten op bestelling en verkochten tronies op de vrije markt.
"Sommige kunstschilders maakten ook portretten van herkenbare types. Die karakterkoppen werden tronies genoemd."

Adriaen Brouwer (De Meester-Drinker)