Preoperatieve raadpleging
De preoperatieve raadpleging
Team preoperatief verpleegkundigen
De medewerkers van de preoperatieve raadpleging screenen patiënten die een chirurgische ingreep moeten ondergaan voor hun opname. De patiënten worden ook aangemoedigd om het opnamedossier zo volledig en correct mogelijk in te vullen. Gegevens zoals de medische voorgeschiedenis, de actuele thuismedicatie en mogelijke allergieën zijn namelijk cruciaal voor een veilige ingreep.
De rol van de huisarts
Aan de hand van de KCE-richtlijnen en de ASA-classificatie wordt er bepaald welke onderzoeken noodzakelijk zijn en/of de patiënt een afspraak moet krijgen bij de preoperatieve verpleegkundige en/of anesthesist. De preoperatieve onderzoeken gaan bij voorkeur bij de huisarts door, zodat de resultaten beschikbaar zijn op het moment van de preoperatieve raadpleging of voorbereiding. Als dat niet gaat, worden de onderzoeken in het ziekenhuis uitgevoerd.
"De huisarts speelt een actieve rol in de preoperatieve voorbereiding."
De huisarts speelt dus een actieve rol in de preoperatieve voorbereiding. Hij bezorgt de volgende informatie:
- Medische voorgeschiedenis
- Actuele medicatielijst
- Preoperatieve onderzoeken met de KCE-app:
• Labo: stolling, hemoglobine, ionogram en nierfunctie zijn belangrijke parameters
• Geprotocolleerd EKG
- Andere relevante informatie, bv. nazorg, familiale toestand …
Deze informatie kan digitaal aangeleverd worden in e-forms (pdf’s) aan de dienst anesthesie. De verzameling van deze informatie vergemakkelijkt ook de nazorg voor de patiënt. De huisarts kan namelijk door de betrokkenen of de sociale dienst gecontacteerd worden als er postoperatieve thuiszorg georganiseerd moet worden.
Van opnamedossier tot thuismedicatie
Op de preoperatieve raadpleging wordt het opnamedossier overlopen en eventueel vervolledigd en het belang van ‘nuchter zijn’ uitgelegd. Daarnaast worden de resultaten van de preoperatieve onderzoeken bekeken. Bij eventuele afwijkende waarden worden er extra onderzoeken ingepland. Tijdens de raadpleging kan de patiënt ook al zijn vragen stellen. Bij onduidelijkheden contacteert de preoperatieve verpleegkundige dan de chirurg en/of anesthesist.
Op basis van de preoperatieve medicatie-adviezen wordt ook beslist welke thuismedicatie er de ochtend van de ingreep nog ingenomen moet worden, ondanks het nuchter zijn. Daarbij worden ook eventuele anticoagulantia overlopen. Afhankelijk van de soort anticoagulantia en het type ingreep moet er al dan niet gestopt worden met deze medicatie. De termijn en eventuele bridging worden normaal meegegeven aan de patiënt op de raadpleging van de chirurg. Ook het type anesthesie (algemene anesthesie, RACHI) en mogelijke postoperatieve pijnbestrijding in de vorm van een pijnpomp worden besproken met de patiënt.
Alle verzamelde gegevens worden opgenomen in het elektronisch patiëntendossier (KWS), zodat deze informatie beschikbaar is voor alle betrokken zorgverleners in de voorbereiding van de opname en tijdens het ziekenhuisverblijf. Dit is een belangrijke meerwaarde om veilige zorg te kunnen bieden aan de patiënt.